De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. De treasuryfunctie omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering ervan vereist snelle beslissingen in een complexer geworden geld- en kapitaalmarkt.
Er zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie budgettaire gevolgen verbonden, onder meer afhankelijk van het risicoprofiel. Onder de treasuryfunctie valt niet het (garanderen van) verstrekken van leningen aan derden. Deze activiteiten vallen onder het desbetreffende programma.
Het beleid van de gemeente Landsmeer voor de treasuryfunctie is vastgelegd in het treasurystatuut. Het treasurystatuut is in 2019 geactualiseerd. Het statuut is het kader voor de uitvoering van de treasuryfunctie. De belangrijkste punten, naast de voorschriften afkomstig uit de wet Fido (Wet Financiering Decentrale Overheden), zijn:
- Gelden worden alleen uitgezet bij banken met ten minste een zogenoemde A-rating
- Het aantrekken van leningen geschiedt door een offerte aan te vragen bij ten minste drie financiële instellingen, waaronder de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).
Algemene ontwikkelingen
De uitbraak van het coronavirus Covid-19 leidt dit jaar tot een mondiale recessie. De wereldeconomie zal in 2020 met ca. 3,5% krimpen. In 2021 wordt een geleidelijk economisch herstel verwacht. Het mondiale bbp zou dan met ca. 4,75% toenemen. In de meeste westerse landen lijkt het virus onder controle te zijn. De overheden zijn overgegaan tot een geleidelijke versoepeling van de beperkende maatregelen. Regels met betrekking tot afstand houden en hygiëne blijven evenwel in de meeste landen van kracht. De bedrijvigheid zal in de loop van het jaar aantrekken. Een volledig economisch herstel is echter pas mogelijk, indien er een vaccin of medicijn beschikbaar is. In sectoren als de horeca, het toerisme en de luchtvaart zal de activiteit nog lange tijd op een lager niveau blijven.
De Nederlandse economie krimpt met ongeveer 4,0%. In 2021 wordt een gematigd herstel van de conjunctuur verwacht. Het bbp kan volgend jaar met 3,2% toenemen. De inflatie daalt vooral door het wegvallen van het prijsopdrijvend effect van de indirecte belastingverhogingen van 2,7% in 2019 naar 1,5% in 2020. In 2021 loopt de consumptieprijsstijging naar verwachting licht op naar 1,7%.
De langetermijn rentetarieven zijn laag. De rente voor een 10-jaars staatslening is momenteel, medio
september 2020, bedraagt minus 0,37%. De lange rentetarieven blijven op een zeer laag niveau, voor 2021 is de prognose een percentage van minus 0,29%.
Begrotingsbeleid
Het financiële perspectief voor de gemeente Landsmeer is op de korte en middellange termijn somber. Door het tekort op de meerjarenbegroting moeten er pijnlijke keuzes gemaakt worden die gevolgen hebben voor inwoners, instellingen, verenigingen en voor de ambtelijke organisatie. De realiteit is dat we moeten zorgen voor een balans tussen inkomsten en uitgaven. Dat betekent dat de gemeente een stringent begrotingsbeleid moet voeren.
Het belang van het expliciet vastleggen van het begrotingsbeleid is gelegen in het bieden van duidelijkheid naar uw raad en naar de ambtelijke organisatie op welke wijze het college uitvoering geeft aan de door uw raad in de begroting vastgestelde budgetten en wat de kaders zijn waarbinnen we met afwijkingen en tegenvallers omgaan. Tegelijkertijd biedt het houvast voor het opstellen van de begroting en de jaarrekening.
Een goede beheersing van de inkomsten (baten) en de uitgaven (lasten) is een essentiële randvoorwaarde voor een goed begrotingsbeleid.
Uitgangspunt bij de opstelling van de begroting is budgettair evenwicht. De begroting moet sluitend zijn. Voor de meerjarenbegroting geldt dat deze structureel sluitend moet zijn.
Voor de uitvoering van een begroting in een begrotingsjaar resp. bij de opstelling van de begroting en jaarrekening hanteert het college een aantal spelregels:
- Voor de beschikbaar gestelde budgetten geldt dat het maximale bedragen betreft. Beleid dient binnen de vastgestelde budgetten te worden uitgevoerd: begroting is budget.
- De begroting dient structureel sluitend te zijn, waarbij structurele uitgaven worden gedekt door structurele inkomsten.
- Tegenvallers worden binnen het programma gedekt, meevallers komen ten goede aan de Vrije Algemene Reserve.
- Voor tegenvallers die onvoorzien, onuitstelbaar en onvermijdbaar zijn, is er de stelpost Onvoorzien.
- De tarieven voor gemeentelijke diensten en producten zijn kostendekkend.
- Budgetten die zijn opgenomen als reservering voor investeringsuitgaven ten laste van het MIP worden pas vrijgegeven na expliciete besluitvorming door uw raad daarover.
Het college heeft de overtuiging dat een stringent begrotingsbeleid er toe zal leiden dat de kans dat jaarrekeningen een negatief saldo zullen laten zien, vermindert. Het bevordert immers een robuuste begroting en dwingt tot bijstellingen bij tegenvallers gedurende het boekjaar. Voor uw raad betekent het duidelijkheid hoe we met meevallers en tegenvallers omgaan en geeft daardoor meer ruimte voor een inhoudelijke beoordeling en afweging van de beschikbare budgetten en beleidsruimte bij de vaststelling van begroting en jaarrekening.